Borstkanker voorkomen: waar staan we, en waar gaan we heen? (3)
In het slotstuk van het verslag van de jaarlijkse ECP-meeting bekijken we preventie bij jongere vrouwen kunnen aanpakken en de rol van onze genen.
Hoe voorkomen we borstkanker: dat was het uitgangspunt van de jaarlijkse meeting van de European Cancer Prevention-organisatie op zaterdag 18 november 2017. Think Pink zette graag haar schouders onder dit congres waarop wereldvermaarde experten hun inzichten deelden. Wat we daar te horen kregen? Dat lees je in deze reeks artikels! In het slotstuk bekijken we hoe we preventie bij jongere vrouwen kunnen aanpakken en welke rol onze genen spelen.
De meeste lotgenoten met borstkanker zijn ouder dan 50. Toch tekenen we een sterke stijging op van borstkanker bij jonge vrouwen. Het is de aanleiding voor professor Olga Golubnitschaja om een pleidooi te houden voor zo vroeg mogelijke preventie.
Zij haalde professor Flammer aan, een oogarts die een syndroom op het spoor kwam bij jonge meisjes. Het probleem schuilt hem in het erg magere lichaamsideaal dat jonge vrouwen nastreven. Waar je zou verwachten dat hun gezondheid daar baat bij heeft, zien we bij XXS-vrouwen veel symptomen opduiken die we van XXL kennen, zoals vernauwing van de bloedvaten. En dat verhoogt onder andere hun risico op borstkanker.
Hoe spelen we hier preventief op in? De vrouwen zijn te jong voor een screeningsprogramma, dus andere middelen zijn nodig. En daarvoor hoeven we het niet ver te zoeken, verrast professor Olga Golubnitschaja. “We werken aan vragenlijsten voor huisartsen. Heeft jouw huisarts ooit al gevraagd of je vaak koude handen of voeten hebt? Zulke eenvoudige vragen zetten ons op het spoor van het Flammersyndroom. Zo weten we of ze tot een hoogrisicogroep voor borstkanker behoren en kunnen we hen van nabij opvolgen.”
Zulke gepersonaliseerde info die vertelt hoe groot het risico op borstkanker is, is de toekomst. En niets is persoonlijker dan onze genen. Je levensstijl kan vertellen of jij tot die hoogrisicogroep behoort, maar ook je genenpoel. Onderzoekers leerden al heel wat over genen en borstkanker, maar schatten dat ze nog maar het topje van de ijsberg onthuld hebben.
Welke genen spelen een rol? Professor Gad Rennert onderscheidt genen die vaak voorkomen met een relatief klein risico op borstkanker, en genen zoals BRCA die zeldzamer zijn, maar een groot risico op borstkanker inhouden. Hoeveel genen een rol spelen bij borstkanker en hoe die precies op elkaar inspelen, weten we nog niet. Inzichten die er zijn stellen we voortdurend bij, naarmate we meer weten. Daarnaast haalt professor Rennert ook epigenetica aan, de wetenschap dat dezelfde genen bij verschillende mensen in uiteenlopende omstandigheden niet per se tot hetzelfde resultaat leiden.
Schuilt die toekomst in gene sequencing? President Obama kondigde in 2015 aan dat de VS het genetisch materiaal van Amerikanen in kaart zou brengen. Een enorme onderneming, die in het veel kleinere IJsland al achter de rug is. Uit hun bevindingen blijkt dat gene sequencing op zich niet volstaat, vertelt professor Golutnitschaja. De sleutel schuilt in de combinatie van ons genetisch materiaal, onze levensstijl en onze leefomgeving. Op basis van die combinatie van gegevens moeten we kunnen voorspellen of iemand borstkanker krijgt of niet. Dat is de geneeskunde van de toekomst: je persoonlijke risico opsporen en nog voor de ziekte zich manifesteert preventieve maatregelen nemen om ze te voorkomen.