Borstkanker voorkomen: waar staan we, en waar gaan we heen? (1)
In deel 1 over de jaarlijkse meeting van de ECP-organisatie lees je meer over borstkanker, screening en preventiemaatregelen die we zelf in de hand hebben.
Hoe voorkomen we borstkanker: dat was het uitgangspunt van de jaarlijkse meeting van de European Cancer Prevention-organisatie op zaterdag 18 november 2017. Think Pink zette graag haar schouders onder dit congres waarop wereldvermaarde experten hun inzichten deelden. Wat we daar te horen kregen? Dat lees je in deze reeks artikels! We gaan van start met meer inzicht in borstkanker, screening en preventiemaatregelen die we zelf in de hand hebben.
Elk jaar krijgen 500.000 mensen in Europa te horen dat ze borstkanker hebben. 130.000 mensen overlijden er jaarlijks aan de gevolgen van de ziekte. En daarin staat Europa niet alleen: borstkanker komt overal ter wereld vaak voor. Verschillen met bijvoorbeeld Azië of Afrika zijn volgens professor Carlo La Vecchia grotendeels te wijten aan een verschil in registratie. Het bewijs daarvoor ziet hij in de sterftecijfers, die er aanzienlijk zijn.
Gelukkig daalt dat sterftecijfer in verhouding. Hoewel we met z’n allen ouder worden – en borstkanker vaker vrouwen ouder dan 50 treft – stijgt het aantal borstkankerdiagnoses in Europa niet meer. Dat we die trend kunnen keren, betekent dat we tussen 1990 en 2020 zo’n 500.000 levens zullen redden, naar schatting 30.000 in 2020 alleen al.
Screening redt levens, benadrukte radioloog Odette Patho. Vroege opsporing zorgt voor een betere prognose en genezingskansen, en minder ingrijpende behandelingen. Zij kwam het Nederlandse screeningsprogramma toelichten. Maar liefst 79 % van het doelpubliek gaat er in op de uitnodiging van het Bevolkingsonderzoek. Zo stellen radiologen er via het bevolkingsonderzoek jaarlijks 7.000 borstkankerdiagnoses. Hoe de toekomst van screeningprogramma’s er met tomosynthese en borst-MRI volgens haar uitziet, ontdek je hier.
Maar misschien nog belangrijker dan borstkanker vroeg opsporen is de ziekte voorkomen. We kunnen borstkanker met z’n allen 30 tot 40 % terugdringen door relatief eenvoudige veranderingen in ons leven aan te brengen. “Overgewicht vermijden is belangrijk”, legt professor Carlo La Vecchia uit. “Een BMI tussen 20 en 25 verkleint het risico op borstkanker. Voldoende bewegen is ook een cruciale preventiemaatregel, waarmee we ons risico tot 30 % kunnen terugdringen. Gezond eten is een andere preventiesleutel. Het geheim zit niet in 1 bepaald voedingsmiddel, maar in de combinatie van veel groeten en fruit en plantaardig vet zoals olijfolie. Denk maar aan het Mediterraans dieet. En een laatste belangrijke factor is alcohol.”
Professor La Vecchia vult aan: “Op andere preventiemaatregelen hebben we minder effect. Hoe vroeg je je menstruatie krijgt of hoe laat je menopauze begint, bepaalt ons lichaam helemaal alleen. Dat vrouwen later kinderen krijgen is eerder maatschappelijk bepaald en is moeilijk.”
“Bekijken we hoeveel gevallen van borstkanker we kunnen toewijzen aan de risicofactoren waar we wél invloed op hebben, dan zien we dat voeding in 20 % van alle gevallen een rol speelt. Alcohol is voor 10 % van alle borstkankers een boosdoener, onvoldoende bewegen ligt aan de basis van 10 % en 11 % te maken heeft met ons BMI. Combineren we die factoren, dan weten we dat we 40 % kunnen voorkomen met deze relatief eenvoudige preventiemaatregelen.”