Bevolkingsonderzoek borstkanker in de lift
51,9 % van de vrouwen tussen 50 en 69 nam in 2016 deel aan het Bevolkingsonderzoek borstkanker in Vlaanderen, goed voor een stijging van bijna 3%.
Meer vrouwen tussen 50 en 69 gingen in 2016 in op de uitnodiging voor het tweejaarlijkse Bevolkingsonderzoek borstkanker. Met 51,9 % deelnemers deed het onderzoek het in 2016 beter dan in 2015, toen 48,6 % deelnam. Ook de kwaliteit van het onderzoek en de snelheid zijn gestegen. Toch is er nog flink wat werk aan de winkel om het cijfer verder op te krikken.
Hoe sneller borstkanker opgespoord wordt, hoe beter de genezingskansen. Uit een onderzoek van UZ Leuven blijkt dat lotgenoten bij wie borstkanker vastgesteld werd dankzij screening minder therapie nodig hebben. Hun behandeling bestaat minder vaak uit chemotherapie, borstamputaties of okseluitruiming. Daarom is het Bevolkingsonderzoek van levensbelang. Vrouwen tussen 50 en 69 worden elke 2 jaar uitgenodigd voor een mammografie bij hen in de buurt.
De grootste troef van het gratis Bevolkingsonderzoek is zijn kwaliteit. Elke mammografie wordt door 2 radiologen onafhankelijk van elkaar bekeken. Blijkt uit vergelijking daarna dat ze het niet eens zijn, dan buigt een 3e radioloog zich over de mammografie. Bovendien vergelijken de radiologen de meest recente opname met die uit het verleden. Dat toont bij twijfel duidelijk of iets veranderd is.
Om die kwaliteit te blijven garanderen zorgt het Centrum voor Kankeropsporing er onder andere voor dat de radiologen blijven groeien dankzij feedback over hun beoordelingen. Tegelijk zet het CvKO in op meer snelheid. Vandaag krijgen 98 % van de deelnemers binnen de veertien dagen na de mammografie het resultaat. Zo wil het Centrum voor Kankeropsporing de periode van bang afwachten na de mammografie zo kort mogelijk houden.
13,7 % van de vrouwen tussen 50 en 69 liet in 2016 op eigen initiatief een mammografie nemen, wat we opportunistische screening buiten het Bevolkingsonderzoek heten. Zij missen de controle door andere radiologen, die in het Bevolkingsonderzoek gegarandeerd is.
Tellen we deze cijfers bij die van het Bevolkingsonderzoek, en houden we rekening met de vrouwen voor wie het Bevolkingsonderzoek niet geschikt is na een diagnose of om een andere reden, dan zien we dat 1 vrouw op 3 uit de doelgroep zich nooit laat screenen. Deze groep vrouwen loopt dus het risico om borstkanker pas in een laat stadium te ontdekken.
Daarom onderzoekt de overheid in 2018 welke groepen niet deelnemen en hoe zij het best te bereiken zijn. Een belangrijke piste is die van de huisarts: wie bijvoorbeeld een globaal medisch dossier heeft, neemt vaker deel aan het onderzoek. Projecten van bijvoorbeeld Domus Medica en Kom op tegen Kanker spitsen zich op de huisartsen toe en bezorgen hen alle informatie over het Bevolkingsonderzoek.