Zwanger na kanker: de effecten van een kankerbehandeling voor moeder en kind
Als u na het succesvol afronden van uw kankerbehandeling zwanger wilt worden wilt worden, stelt u zich waarschijnlijk veel vragen. Kan of mag ik wel zwanger worden?
Als u na het succesvol afronden van uw kankerbehandeling zwanger wilt worden wilt worden, stelt u zich waarschijnlijk veel vragen. Kan of mag ik wel zwanger worden? Vergroot het de kans op uitzaaiingen of herval? Hoe lang moet ik wachten met zwanger worden? Zal de bevalling normaal kunnen verlopen? Heeft de behandeling invloed op mijn (ongeboren) kind? Allemaal vragen die u zeker moet bespreken met uw behandelende artsen. Elk geval is anders, zodat wat voor de één geldt niet noodzakelijk ook in uw geval zal gelden.
Veel vrouwen denken dat een zwangerschap de kans op uitzaaiingen of herval na borstkanker vergroot, omdat de hormonen de groei van kankercellen zou stimuleren. Bij een zwangerschap stijgen de hormoonspiegels namelijk sterk. • Tot nu toe blijkt uit alle onderzoeken dat zwangerschap geen aantoonbaar effect heeft op de kans op uitzaaiingen of herval. Ook niet op hormoongevoelige kankers zoals borstkanker, zeker bij borstkanker die in een vroeg stadium is ontdekt en behandeld. • Ook op de overlevingsduur na kanker is geen nadelig effect van een zwangerschap aangetoond. Er zijn zelfs enige aanwijzingen dat zwangerschap bij bepaalde kankers waaronder borstkanker een gunstig effect heeft. Deze conclusies gelden vooral voor vrouwen bij wie de kanker in een vroeg stadium is ontdekt en behandeld. • Wanneer door de kanker of de behandeling bepaalde organen zijn aangetast (bijvoorbeeld hart, longen, lever...) kan dit tijdens een zwangerschap problemen wél opleveren voor uzelf of de foetus. Bespreek de mogelijke risico’s vooraf met uw arts.
Chemotherapie vergroot de kans op genetische afwijkingen bij uw kind niet. De kans daarop is even groot als bij kinderen waarbij de moeder geen chemotherapie heeft gehad. Ook neemt de kans op zwangerschapscomplicaties niet toe. De kans dat het kind zelf kanker krijgt is evenmin verhoogd, tenzij het natuurlijke om een erfelijke kanker gaat, zoals de bekende genetische afwijkingen BRCA-1 en BRCA-2, die de kans op borstkanker verhogen.
Mogelijke complicaties tijdens de zwangerschap ten gevolge van een kankerbehandeling zijn een miskraam, overlijden van de foetus (mors in utero), een vroeggeboorte en een te laag geboortegewicht. • Chemotherapie Voor zover bekend verhoogt chemotherapie van de vrouw het risico op een miskraam, vroeggeboorte of overlijden van de foetus niet. Er zijn wel studies die wijzen op een licht verhoogde kans op een miskraam, vroeggeboorte en een laag geboortegewicht na een behandeling met hoge dosissen alkylerende geneesmiddelen (zoals busulfan en cyclofosfamide) en anthracyclines. • Bestraling (Radiotherapie) Meisjes en vrouwen bij wie de buik- of bekkenzone of het hoofd bestraald werd, of die een totale lichaamsbestraling (TBI) kregen, hebben bij een latere zwangerschap een verhoogde kans op preterme arbeid en een vroeggeboorte, een laag geboortegewicht (-2500 g) en een licht verhoogd risico op een spontane miskraam. Dit kan te maken hebben met een verminderd volume en elasticiteit van de baarmoeder, een slechtere doorbloeding van de baarmoeder en van de placenta en problemen met de aanhechting van de placenta. Indien u na een bestralingsbehandeling zwanger wordt, moet u dus zeer goed opgevolgd worden gedurende uw zwangerschap. • Heelkunde Wanneer bij baarmoederhalskanker een baarmoedersparende operatie (trachelectomie) werd uitgevoerd, bestaat een verhoogd risico op laattijdige miskraam en vroegtijdige bevalling ten gevolge van een zwakke baarmoederhals die te snel opent. De bevalling gebeurt daarom altijd met een keizersnede.
Door de kankerbehandeling kunnen genetische veranderingen met beschadiging van het DNA in de blootgestelde kiem-, ei- of zaadcellen optreden. Dit zou kunnen leiden tot ernstige beschadigingen aan de vrucht, met voortijdig overlijden (voor of direct na de geboorte) of ernstige genetische afwijkingen tot gevolg. • Tot nu toe is nooit aangetoond dat er een verhoogd risico op genetische defecten (foetale chromosoomafwijkingen) of aangeboren misvormingen bestaat bij kinderen van ouders die voordien behandeld werden met chemo- en/of radiotherapie, en die op natuurlijke wijze zwanger werden na een kankerbehandeling. • Het gebruik van geassisteerde bevruchting en micromanipulatietechnieken zou dit risico mogelijk wel licht kunnen verhogen. • Er zijn evenmin aanwijzingen dat kinderen van overlevers van kanker zelf een groter risico op kanker hebben. Tenzij natuurlijk als de kanker die de ouder had overerfbaar is, maar dat is dan geen gevolg van de behandeling.
Bestraling van de borst heeft effect op het geven van borstvoeding. Door de bestraling kunnen de klieren die de melk produceren permanent beschadigd raken. Het geven van borstvoeding met de bestraalde borst is meestal niet goed mogelijk. Ook neemt na radiotherapie de kans op borstontsteking (mastitis) in de bestraalde borst toe.
Veel artsen adviseren na de behandeling minstens twee jaar te wachten met zwanger worden. Dat heeft niet zozeer te maken met de mogelijkheid om zwanger te worden of effecten van de behandeling op de eicellen. Het heeft meer te maken met het feit dat de kans op een terugkeer van de ziekte in de eerste twee jaar vaak groter is dan daarna. Door de zwangerschap uit te stellen, vermijdt men dat u hervalt terwijl u zwanger bent. De kans op uitzaaiingen of herval blijft echter altijd aanwezig. Omdat veel factoren een rol kunnen spelen – uw individuele prognose, de behandeling die u hebt gekregen, uw leeftijd... – moet elk geval individueel worden bekeken Daarom herhalen we nog even om alles goed te bespreken met uw huisarts en de behandelende artsen. Elk geval is anders, zodat wat voor de één geldt niet noodzakelijk ook in uw geval zal gelden. Bron: gezondheid.be (15-02-2014)