Belangrijke vragen bij uitzaaiingen
Wanneer je met uitzaaiingen wordt geconfronteerd, duiken een heleboel nieuwe vragen op.
Het antwoord op deze vraag hangt af van wat we in het voorgaande artikel al bespraken.
Hormoontherapie en/of Herceptin als eerst therapie zijn een goede strategie, omdat deze therapieën over het algemeen minder bijwerkingen veroorzaken dan chemotherapie en even efficiënt kunnen zijn. De beslissing over de beste behandeling wordt genomen in samenspraak met je behandelende arts.
Het antwoord op deze vraag is afhankelijk van heel veel factoren die verschillen voor elke lotgenoot. Over het algemeen wordt met je arts besloten om te beginnen met één vorm van therapie vooraleer eventueel over te gaan tot combinaties. Dit is een goede aanpak, omdat één behandeling meestal minder bijwerkingen zal veroorzaken dan gecombineerde behandelingen. Ook kan het met een combinatietherapie soms moeilijk zijn om te beoordelen wat werkt en wat niet werkt.
Als de uitzaaiingen zich snel verspreiden naar levensnoodzakelijke organen zoals longen en lever, is de kans groot dat je behandelende arts voorstelt om meteen te starten met een combinatiechemotherapie. Onderzoek heeft aangetoond dat dit sneller effect heeft op de tumoren dan hormoontherapie, ook al kan die even efficiënt zijn (na een langere evaluatietijd). Ook hier wordt de beslissing over de beste behandeling genomen in samenspraak met je behandelende arts.
Zo lang de therapie zorgt dat de groei van de tumor onder controle is en de lotgenoot niet te veel last heeft van bijwerkingen, is er geen reden om van therapie te veranderen. Komen er intussen nieuwe behandelingsopties bij die erg efficiënt zijn, hoeft daarom niet onmiddellijk overgeschakeld te worden. Dat kan nog altijd als de ingestelde therapie haar werking mocht verliezen.
Een van de moeilijkste zaken bij uitgezaaide borstkanker is bepalen met welke frequentie gecheckt wordt of de ingestelde therapie nog steeds werkt. Dat doet je arts met verschillende tests:
Onthoud dat:
De behandeling voor uitgezaaide borstkanker wordt meestal verder gezet zo lang ze haar werk doet en de kanker onder controle is. Toch gebeurt het dat er onderbrekingen worden ingelast van bijvoorbeeld chemotherapie als de ziekte goed onder controle, is maar de lotgenoot te veel last heeft van bijwerkingen. Als je als lotgenoot zelf de behoefte voelt aan een onderbreking moet je dat in elk geval op voorhand bespreken met je behandelende arts. Dit doe je het liefst ruim op voorhand zodat de onderbreking ingelast kan worden in je behandelingsschema.
Een klinische studie is een studie waarbij nieuwe behandelingsmethodes worden geëvalueerd. Niet iedereen komt in aanmerking voor een klinische studie. Wel kan het een zeer goede optie zijn voor iemand met uitgezaaide borstkanker, omdat de deelnemende patiënten behandelingen krijgen die anders nog niet te krijgen zijn en die misschien beter werken dan de standaardbehandeling(en). Als je geïnteresseerd bent in deelname aan een klinische studie, bespreek je dit het best met je behandelende arts.
Enkele vragen die je zeker moet stellen: