Chemotherapie of chemo bij borstkanker
Chemotherapie is het gebruik van medicijnen in de strijd tegen kanker. De medicijnen noemt men "anti-kankermedicijnen" of cytostatica. Er bestaan veel verschillende soorten chemotherapie.
Het voornaamste doel van chemotherapie of chemo is de verspreiding van borstkanker tegen te gaan of er controle over te krijgen, en zo de overlevingskansen van de patiënt te verhogen.
Chemotherapie wordt toegepast in de volgende gevallen
(1) Patiënten die een borstoperatie (mastectomie of lumpectomie) hebben ondergaan, krijgen na de operatie chemotherapie toegediend als er een risico is op al bestaande microscopische uitzaaiingen.
Dit risico wordt reëel geacht als de patiënt aan ten minste een van de volgende criteria voldoet:
Sinds enkele jaren is er een factor bijgekomen: de leeftijd. Toch is het exacte belang ervan nog niet volledig duidelijk. Zeker is wel dat de leeftijd geen zwaar doorwegende factor is, zeker niet vergeleken met de andere factoren. Met andere woorden: als een patiënte zich in de gunstige prognostische groep bevindt (tumor van minder dan 2 cm en geen okselklieraantasting) dan zal ze omwille van haar leeftijd niet plots in een slechte prognostische subgroep tuimelen! Door de onzekerheid over het precieze belang van de leeftijd bij de diagnose beschouwen sommige oncologen de jonge leeftijd op zichzelf als voldoende argument voor het toedienen van chemotherapie. De leeftijdsgrens die gehanteerd wordt, is 35 jaar. Deze toepassing van chemotherapie noemt men adjuvante chemotherapie.
(2) Patiënten die niet onmiddellijk kunnen worden geopereerd omdat het gezwel te groot is, krijgen soms eerst chemotherapie om de tumor te verkleinen. Bovendien worden hierdoor eventuele microscopische uitzaaiingen onmiddellijk mee bestreden. Deze toepassing noemt men neoadjuvante chemotherapie.
(3) Chemotherapie wordt ook toegepast om patiënten die niet meer van hun ziekte kunnen genezen een betere levenskwaliteit te bieden, door bijvoorbeeld de pijn te verlichten. In dit geval spreekt men van palliatieve chemotherapie.
(4) Uitzaaiingen in andere organen worden vaak met chemotherapie behandeld.
Normale, gezonde cellen groeien en sterven af in een door het lichaam gecontroleerd tempo. Er worden evenveel nieuwe cellen aangemaakt als er oude afsterven. Kankercellen groeien in een abnormaal, niet gecontroleerd tempo. Er worden meer nieuwe cellen gevormd dan er oude afsterven: daardoor ontstaan er gezwellen.
Cytostatica doen hun werk door op een bepaald ogenblik de levenscyclus van een cel te verstoren. Het precieze moment waarop ze het groeiproces van de cel verstoren, verschilt echter van medicijn tot medicijn. Tijdens een chemotherapiebehandeling zal men dan ook vaak een combinatie van verschillende medicijnen toedienen, dit noemt men combinatiechemotherapie.
Naast chemotherapie bestaan er nog andere bestrijdingsmiddelen tegen kanker. Hierover vind je meer informatie in de artikels over chirurgie, radiotherapie en hormoontherapie. Veel lotgenoten worden behandeld met een combinatie van verschillende therapieën. Chemotherapie als aanvulling op chirurgie en/of radiotherapie noemt men adjuvante chemotherapie.
De internist-oncoloog beslist welke medicijnen voor een patiënt het meest zijn aangewezen. Zijn/haar beslissing hangt af van het soort kanker, het stadium en de algemene gezondheidstoestand van de patiënt.
Duur van de behandeling
De duur van de behandeling hangt af van:
Het is mogelijk dat u dagelijks, wekelijks of maandelijks een dosis chemotherapie krijgt toegediend. Meestal wordt chemotherapie toegediend in een aantal cycli, waarbij er rustpauzes worden ingelast die het lichaam de kans geven om de normale cellen te herstellen en nieuwe kracht op te bouwen. Je behandelende arts bepaalt je chemotherapieschema en bespreekt het met jou.
Het is belangrijk dat je je zoveel mogelijk aan het vooropgestelde schema kunt houden. Tijdens de behandeling laat de arts regelmatig je bloed testen. Op basis van de testresultaten is het mogelijk dat een behandeling moet worden uitgesteld. Je arts bepaalt hoe lang dit uitstel duurt.
Werkwijze bij een behandelingssessie
Chemotherapie wordt
De plaats waar je de chemotherapie ontvangt, hangt meestal af van de medicijnen en hoe je erop reageert. Afhankelijk van de medicijnen die je neemt, wordt de wijze bepaald waarop de chemotherapie wordt toegediend. De volgende mogelijkheden bestaan:
Om het tempo van de toediening van de medicatie te regelen kunnen pompen worden gebruikt. Er bestaan uitwendige en inwendige pompen.
Effecten van de behandeling
Chemotherapie, op welke wijze dan ook, voelt meestal aan alsof je een ander medicijn neemt of krijgt. De intraveneuze vorm van chemotherapie voelt aan zoals je bloed krijgt. Sommige mensen voelen, eens de medicijnen vloeien, een koelte op de plaats van de naald. Als je pijn of een brandend gevoel krijgt op de plaats van de injectie, tijdens of na het toedienen van de medicijnen, moet je je arts of verpleegkundige verwittigen.
Chemotherapie kan een aantal bijwerkingen met zich meebrengen, deze worden besproken in het artikel 'Mogelijke bijwerkingen van chemotherapie'.
Mag chemotherapie worden gecombineerd met andere medicatie?
Sommige geneesmiddelen kunnen interfereren met de chemotherapie. Daarom is het zeer belangrijk om aan de voorschrijvende arts een lijst te bezorgen van alle geneesmiddelen die u neemt. Ook geneesmiddelen zoals pijnstillers, laxerende middelen en/of vitamines moeten in de lijst worden opgenomen. Terwijl je chemotherapie bezig is, moet je de arts ook verwittigen vóór je een ander geneesmiddel begint in te nemen. Verwittig hem/haar ook als je stopt met een van de geneesmiddelen die je neemt.