07/01/2013

Soorten borstkanker

Borstkanker begint meestal in de cellen van de melkgangen (ductale kanker) of in de melkklieren (lobulaire kanker). Daarnaast bestaan er nog een aantal andere zeldzame vormen van borstkanker.

15 tot 20 % van de borstkankers behoren tot de categorie van de niet-invasieve kankers, ook wel carcinoma in situ genoemd. Dit zijn kleine gezwellen die (nog) niet buiten de grenzen van de melkgang of de melkklier zijn gegroeid. Verder gevorderde kankers worden invasief of infiltrerend genoemd. Zij hebben zich wel verspreid buiten de grenzen van de melkgang of de melkklier waarin ze zich zijn beginnen ontwikkelen.

Een kwaadaardige tumor van een klier wordt ook een adenocarcinoom genoemd. Zo goed als alle borstkankers zijn adenocarcinomen. "Adenocarcinoom" wordt dikwijls gebruikt als synoniem voor zowel ductaal carcinoom als voor lobulair carcinoom.

Ductaal carcinoma in situ (DCIS)

Ductaal carcinoma in situ (DCIS) is een kanker in een zeer vroeg stadium die ontstaat in een melkgang. Het is niet-invasief, wat dus betekent dat het nog niet buiten de grenzen van de melkgang waarin het is ontstaan is gegroeid. Het kan zich dus ook niet hebben verspreid naar de lymfknopen in de oksel of naar andere delen van het lichaam. Er bestaan verschillende types van DCIS. Als ze niet worden verwijderd, zullen sommige zich ontwikkelen tot een invasief carcinoom, andere zullen nooit naar dit stadium evolueren. Ductaal carcinoma in situ is zeer goed te genezen.

Lobulair carcinoma in situ (LCIS)

Lobulair carcinoma in situ (LCIS) is een niet-invasief gezwel dat ontstaat in een melkklier en (nog) niet buiten de grenzen ervan groeit. Men gaat ervan uit dat LCIS een waarschuwing is voor een verhoogd kankerrisico. Vrouwen die LCIS hebben (gehad), hebben ongeveer 1 % kans per jaar dat ze borstkanker ontwikkelen. Deze borstkanker kan zowel een invasief ductaal als een invasief lobulair carcinoom zijn.

Invasief ductaal carcinoom

In verder gevorderde stadia groeien borstkankercellen buiten de grenzen van de melkgangen of melkklieren en beginnen ze het omliggende weefsel binnen te dringen. Vanaf dat ogenblik wordt de kanker "invasief" of "infiltrerend". Het invasief ductaal carcinoom (ook bekend als infiltrerend ductaal carcinoom) is de meest voorkomende vorm van borstkanker. Meer dan de helft van alle borstkankers behoren tot dit type. Het invasief ductaal carcinoom voelt aan als een harde knobbel (bijna zoals een steen). Het heeft de neiging uit te zaaien naar de lymfknopen in de oksel.

Medullair carcinoom

Dit type van invasief ductaal carcinoom ziet er op het eerste gezicht mooi begrensd uit, maar verspreidt zich soms naar de lymfknopen. Gezwellen van dit type kunnen groot worden, maar ze hebben een betere prognose dan het invasief ductaal carcinoom. Ongeveer 5 tot 7 % van alle borstkankers behoren tot dit type.

Mucineus of colloïd carcinoom

Dit type van invasief ductaal carcinoom bestaat uit een gelatineachtig gezwel. Het gezwel groeit traag, maar kan op termijn zeer groot worden. Deze vorm van borstkanker heeft een zeer goede prognose. Ongeveer 3 % van de borstkankers behoren tot dit type.

Tubulair carcinoom

Dit type van kanker produceert zeer veel kleine klieren en buisjes die sterk gelijken op de normale melkklieren en melkgangen. Deze kanker zaait zich zelden uit naar de lymfknopen in de oksel en heeft een zeer goede prognose.