Klaar om weer aan het werk te gaan

Goed om te weten
  • Je hebt recht op contact met de arbeidsarts, zelfs als er nog geen sprake is van een onmiddellijke werkhervatting. Zo kunnen jullie al afspraken maken om dat voor te bereiden en vlot te laten verlopen. Een eenvoudig telefoontje naar de externe dienst volstaat voor een afspraak.
  • Heb je het gevoel dat je het werk gedeeltelijk kunt hervatten? Bel dan met de medische dienst van je ziekenfonds en vraag een overleg met de adviserende arts in verband met progressieve werkhervatting.
  • Informeer je goed voor je iets doet, zo verlies je niet zomaar je ziekte-uitkering.
  • Houd de termijnen goed in de gaten, bijvoorbeeld bij een onterecht ontslag, zodat je actie kunt ondernemen als je dat zou willen.

Elk jaar krijgen meer dan tienduizend Belgen borstkanker. Ongeveer 55 procent van alle kankerdiagnoses wordt gesteld bij mensen die de pensioenleeftijd nog niet hebben bereikt. Een meerderheid (60 tot 80 procent) die vóór de diagnose werkte, keert nadien terug. Een recente studie van CM toont aan dat twee op de drie vrouwen die borstkanker overleven dat zelfs binnen de twee jaar na de diagnose doen.

Opnieuw aan het werk gaan is voor veel lotgenoten een belangrijke stap om de draad van het actieve leven weer op te nemen. Het is goed voor sociale contacten, financiële zekerheid en een positief zelfbeeld. Maar weer gaan werken is niet voor iedereen even makkelijk. Sommigen kijken uit naar dat moment. Ze willen de periode van hun ziekte afsluiten en het ritme van hun oude leven weer opnemen. Anderen zijn wat angstiger. Ze zijn lang afwezig geweest en vragen zich af of ze nog wel meekunnen, of meewillen, in het oude tempo.

Er bestaan ook nog steeds problemen rond werkhervatting voor wie kanker heeft gehad. Daarom lanceerde Kom op tegen Kanker in 2012 de campagne ‘Werken na kanker’ om de problemen hierrond beter in kaart te brengen. Uit de meer dan 350 getuigenissen bleek dat werkhervatters niet altijd kunnen rekenen op noodzakelijke aanpassingen in hun werksituatie. Ze klaagden over onvoldoende informatie over rechten en plichten. Sommige mensen werden ontslagen tijdens hun ziekteverlof of kort na de hervatting. Ook werk zoeken na een kankerbehandeling liep vaak erg moeilijk. Voor velen was het frustrerend: ze botsten op onbegrip als ze een tijd deeltijds wilden werken of als ze werk vroegen, aangepast aan de beperkingen door hun behandeling.

Vandaag is al iets veranderd, maar nog niet alles. Uit het onderzoek naar de psychosociale noden van vrouwen tot drie jaar na hun laatste borstkankerbehandeling van LUCAS KU Leuven in opdracht van Think Pink, blijkt dat de meeste vrouwen die actief zijn op de arbeidsmarkt, wel voldoende steun ervaren bij hun terugkeer naar het werk, onder andere van hun collega’s of hun directe leidinggevende.

Voor de helft van de lotgenoten werden er veranderingen doorgevoerd op de werkvloer om hun terugkeer te vergemakkelijken. Meestal ging het om een lager aantal werkuren, van thuis uit werken, een verandering van functie of minder taken krijgen. Indien er geen veranderingen werden doorgevoerd, gaven twee op de vijf vrouwen aan dat er echter ‘wel veranderingen nodig’ waren.

Een derde van de respondenten ervaart momenteel belemmeringen tijdens het uitvoeren van het werk ten gevolge van de borstkankerbehandeling en een op drie denkt zelfs vroegtijdig te moeten stoppen met werk ten gevolge van de behandeling, voornamelijk door concentratiestoornissen.

Voor zowel zorgverleners als patiënten is het duidelijk dat re-integratie op de arbeidsmarkt dringend meer aandacht moet krijgen, tijdens én na de behandeling: denk aan steun bij administratieve rompslomp, werk zoeken of de terugkeer op de werkvloer. Sommige lotgenoten benadrukken net de positieve invloed van terug te gaan (of te kunnen blijven) werken: ‘Het was een zegen voor mijn herstel’, ‘De combinatie werk-behandeling was voor mij een must om hierdoor te geraken’ en ‘Progressief werken was mijn grote toeverlaat’.

Voor de meesten duurt het na een kankerdiagnose algauw een tot twee jaar voor ze terug aan het werk kunnen. Het is belangrijk dat je pas gaat werken als je er klaar voor bent. Vergeet niet dat je een heel zware periode achter de rug hebt met een behandeling die misschien sporen nalaat. Bespreek samen met je dokter wat voor jou het best is. Stel jezelf de volgende vragen: kan ik hetzelfde werk doen als ervoor? Moeten sommige aspecten (zoals werkuren of taken) worden aangepast? Op welke problemen kan ik stuiten als ik weer aan het werk ga?

Niets is erger dan na het zware proces van de behandelingen te moeten vechten voor je baan. Heb wat tijd en geduld met ons als we niet naar behoren reageren of functioneren. We leven tenslotte een beetje op drijfzand.

Leen, 48

Als je lang niet meer kunt werken, beginnen ook andere dingen door je hoofd te spoken. Welke gevolgen heeft mijn behandeling op lange termijn? Kan mijn werkgever me ontslaan? Zal die mijn werk willen aanpassen? Zal ik nog werk vinden? Moet ik mijn nieuwe werkgever informeren over mijn ziekte? En ga zo maar door. Het zijn vragen die je kunt stellen aan de personeelsdienst van je werkgever, aan de adviserende arts van je ziekenfonds of zelfs aan een maatschappelijk werker van het ziekenhuis, maar we proberen je hier al op weg te helpen.

Een goeie tip: op de website kankerenwerk.be vindt je werkgever informatie over hoe hij/zij kan omgaan met jouw kankerdiagnose. Ook voor jou en je collega’s bevat de website heel wat handige informatie.

Stap voor stap terug naar de werkvloer

Je hoeft als werknemer in België pas een dag op voorhand te laten weten dat je weer kunt komen werken. Van een goede voorbereiding is dan natuurlijk geen sprake. Ook weten werkgevers en werknemers niet altijd hoe het systeem van progressieve werkhervatting – waarbij je nog tijdens het ziekteverlof al af en toe iets overneemt – in de praktijk precies werkt. 

Om opnieuw te gaan werken heb je de schriftelijke toestemming van de adviserende arts van je ziekenfonds nodig. Want zolang je een uitkering krijgt, ben je officieel arbeidsongeschikt. Zomaar weer aan de slag gaan kan dus financiële gevolgen hebben. Er bestaan wel interessante overgangsmaatregelen.

De adviserende geneesheer van je ziekenfonds kan toestaan dat je je werk (deeltijds of aangepast) uitoefent mét behoud van je erkenning arbeidsongeschiktheid en met (gedeeltelijk) behoud van je ziektevergoeding. Dit noemen we ‘progressieve tewerkstelling’ of deeltijdse tewerkstelling. Zo kun je bijvoorbeeld afwisselen tussen een paar dagen ziekteverlof (bijvoorbeeld de dagen na een chemotherapie) en enkele dagen werken. Of werk je enkel in de ochtend om in de namiddag te recupereren. Zo kun je wennen aan het werkritme wanneer je nog aan het herstellen bent.

Gaat de adviserende arts hiermee akkoord, dan komt het loon voor je werk bij je ziekte-uitkering. Zo kun je geleidelijk en zonder financieel nadeel weer integreren op de werkvloer. Weet dat ook je werkgever akkoord moet gaan met zo’n systeem. Het is dus geen automatisch recht: hij of zij kan ook nee zeggen. Je werkgever mag jou hierbij wel niet discrimineren.

Ik was erg zenuwachtig voor mijn terugkeer naar de werkvloer. Ik had het gevoel dat ik alles vergeten was, ik was bang dat ik mijn inzicht en mijn reflexen kwijt was. Ik vreesde ook dat mijn lichaam, dat zo zwaar geleden had, niet meer mee zou kunnen: ik dacht aan de wachtdiensten, de lange dagen, de avondopleidingen.

Lutgarde, apotheker, 51

De toelating kan trouwens alleen als je minstens 50 procent arbeidsongeschikt bent. Dat betekent niet dat je maar 50 procent mag werken. Je kunt weldegelijk een arbeidsvolume van 70 of 40 procent werken als dat verenigbaar is met je medische toestand. Vraag je ziekenfonds om meer uitleg.

Het is altijd goed om waakzaam te zijn. Als je werkgever akkoord gaat dat je het werk progressief hervat, voegen jullie het best een bijlage toe aan je arbeidsovereenkomst. Die verduidelijkt de aangepaste loon- en arbeidsvoorwaarden en legt vast dat die tijdelijk zijn.

De toelatingen in het kader van progressief werken krijgen een maximumtermijn van twee jaar. Na deze periode zal de adviserende arts jouw situatie opnieuw evalueren. Daarna moet je als werknemer steeds zelf tijdig een verlenging aanvragen: dat kan via je ziekenfonds. Vergeet dit niet, anders word je na twee jaar ‘arbeidsgeschikt’ en heb je dus geen recht meer op een ziekte-uitkering.

Een van de voordelen van progressieve werkhervatting is dat je je loon kunt cumuleren met ziekte-uitkeringen. Er zijn wel beperkingen. Van je uitkeringen wordt een bepaald bedrag afgehouden, afhankelijk van je loon. Je ziekenfonds kan uitrekenen hoeveel je uitkeringen nog zullen bedragen. Zo krijg je een idee van je volledige inkomen en van de financiële gevolgen van je progressieve werkhervatting.

Je kunt je werkgever ook vragen om volledig deeltijds te werken. Dan verander je vrijwillig je voltijdse job in een deeltijdse tewerkstelling. Ook hiermee moet je werkgever akkoord gaan, al mag een weigering opnieuw geen discriminatie zijn. Denk goed na vooraleer je definitief deeltijds aan de slag gaat. Dat heeft namelijk een impact op rechten zoals vakantiedagen, deeltijds loon, pensioenberekening …

Is je werkgever niet te vinden voor progressieve werkhervatting of een aanpassing naar een deeltijdse job, dan kun je eventueel nadenken over een vorm van tijdskrediet (vroeger loopbaanonderbreking). Dat is het wettelijk recht van een werknemer om tijdelijk zijn of haar arbeidsprestatie of loopbaan te onderbreken of arbeidstijd te verkorten en kan dus niet zomaar worden geweigerd.

Er zijn verschillende stelsels: informeer je dus goed over de voorwaarden en modaliteiten. In bepaalde gevallen kun je ook uitkeringen krijgen tijdens tijdskrediet. Meer informatie hierover kun je verkrijgen bij de RVA of het werkloosheidsbureau van je vakbond. Via breakatwork.be bereken je snel hoeveel tijdskrediet je nog kunt opnemen en hoeveel je uitkering zou bedragen.

De eerste maanden deeltijds werk waren gemakkelijk. Maar toen ik opnieuw voltijds begon, kwam ik al snel weer in de maalstroom van het dagelijkse leven terecht. Ik verzorgde mezelf minder, ik zei altijd ja, ook al dacht ik dat het moeilijk zou zijn. Maar de ziekte had haar sporen nagelaten. Een lichaam dat sneller verouderd was, vermoeidheid. Ik ben vier vijfde beginnen te werken met tijdskrediet.

Ditta, 56

Verloopt de progressieve werkhervatting niet zoals verwacht en word je weer volledig arbeidsongeschikt, dan heb je in principe geen recht op gewaarborgd loon van de werkgever. Je valt dus meteen weer terug op een arbeidsongeschiktheidsuitkering van de verplichte ziekteverzekering.

Heb je nog veel lichamelijke klachten of voel je je nog niet klaar om opnieuw aan de slag te gaan, wacht dan nog even. Je blijft beter wat langer thuis dan na drie maanden werken te moeten inzien dat het niet lukt. Laat niemand je iets opleggen, maar beslis zelf wanneer je weer aan de slag wilt.

Een re-integratietraject volgen?

Een re-integratietraject is de gezamenlijke zoektocht van werkgever en werknemer naar een haalbare manier om arbeidsongeschikte werknemers terug in de onderneming te integreren. ‘Bereid je terugkeer na een langdurige afwezigheid voor’, raadt de hr-dienstengroep Liantis aan. ‘Misschien twijfel je wel of je het zult aankunnen. Voorbereiden kan via een informeel of een formeel re-integratietraject. De informele weg geniet vaak de voorkeur.’

Een informeel traject heeft geen vast stramien, waardoor je niet gebonden bent aan bepaalde stappen of termijnen. Je kunt gewoon op eigen initiatief contact opnemen met je werkgever en de mogelijkheden bespreken. Hij of zij begeleidt je dan bij de voorbereiding en het hernemen van het werk en zoekt mee naar een oplossing waar iedereen zich goed bij voelt.

Een bezoek bij de arbeidsarts voorafgaand aan de werkhervatting kan heel nuttig zijn. Je kunt zo vrijblijvend polsen of een terugkeer al aan de orde is en hoe die terugkeer eruit kan zien. De arbeidsarts is neutraal en onpartijdig. 

Heb je liever een formeel traject, dan volg je een officiële procedure met wettelijk bepaalde stappen, rollen en termijnen. Het traject heeft dan ook iets kunstmatigs. Komt het voor jou onnatuurlijk over, dan ligt de informele weg jou misschien beter.

Bij een formeel traject staat de arbeidsarts centraal en onderzoekt hij/zij de mogelijkheden tot terugkeer. Zowel jijzelf, jouw werkgever als het ziekenfonds kunnen zo’n traject opstarten. Start je werkgever of het ziekenfonds zo’n traject op, maar laat jouw gezondheidstoestand dat echt nog niet toe? Laat dat dan zo weten. Een traject heeft pas zin als een terugkeer medisch gezien aan de orde is. Je kunt hiervoor niet gestraft worden.

Start jij het traject op, dan neem je contact op met de externe dienst van je werkgever. Zij plannen dan een re-integratiebeoordeling bij de arbeidsarts, waarbij die twee vragen probeert te beantwoorden:

  • Kun jij binnen afzienbare tijd je werk van daarvoor terug opnemen? 
  • Kun jij tijdelijk of zelfs definitief aangepast of ander werk uitvoeren binnen je onderneming?

Met jouw toestemming stemt de arbeidsarts ook af met je behandelend arts en specialist. Zij kennen jouw dossier beter en kunnen de arbeidsarts nuttige info bezorgen om jouw mogelijkheden zo goed mogelijk in te schatten. Weet dat jij je ook altijd kunt laten bijstaan door een lid van het Comité Preventie en Bescherming op het werk (Comité PB) of een vakbondsafgevaardigde.

Afhankelijk van het antwoord op deze vragen, kan de arbeidsarts vijf mogelijke beslissingen nemen:

Na de beslissing van de arbeidsarts kijkt jouw werkgever of hij/zij werk in lijn met die beslissing kan aanbieden. Bij een beslissing A krijgt je werkgever 55 dagen de tijd. Bij een beslissing C krijgt je werkgever een jaar de tijd om na te denken over werk met respect voor de beslissing van de arbeidsarts, en dus over een re-integratieplan. 

Volgens recente Europese rechtspraak is de werkgever verplicht om voor zieke werknemers of werknemers met een beperking te voorzien in ‘redelijke aanpassingen’ om hen toch aan het werk te houden. Dit zijn bijvoorbeeld aanpassingen aan het werkritme, de taakverdeling of het zorgen voor integratiemiddelen.

Alleen als je werkgever kan aantonen dat aangepast of ander werk onmogelijk is, of dit redelijkerwijze om gegronde redenen niet mag worden geëist, is hij/ zij niet verplicht om aangepast werk aan te bieden. Hij/zij moet dit dan wel beargumenteren in een ‘gemotiveerd verslag’. Kan je werkgever wel ander of aangepast werk aanbieden, dan moet hij/zij dit noteren in een ‘re-integratieplan’. Je werkgever moet hierover steeds met jou overleggen.

Ben je het niet eens met de medische beslissing C of D van de arbeidsarts die je definitief arbeidsongeschikt verklaart, dan kun je in beroep gaan, maar: tot slechts zeven werkdagen na de beslissing van de arbeidsarts. Een deadline om in de gaten te houden dus. Een arts van de sociale inspectie neemt dan een beslissing. Voor het indienen van zo’n beroep kun je altijd eens langsgaan bij de vakbondsafgevaardigden op je werk.

Ben je het wel eens met de medische beslissing, maar niet met die van jouw werkgever? Weet dan dat je niet verplicht bent om in te gaan op het aanbod van je werkgever. Je kunt het re-integratieplan steeds weigeren en ten laste blijven van de mutualiteit.

Is aangepast werk niet mogelijk of kan je werkgever dat niet aanbieden, dan is het in bepaalde gevallen mogelijk om je arbeidsovereenkomst te beëindigen wegens ‘medische overmacht’.

Overmacht is geen ontslag. Jouw gezondheidssituatie maakt de uitvoering van de arbeidsovereenkomst definitief onmogelijk. Jij of je werkgever hebben hier geen impact op en kunnen er niets aan doen. Omdat het geen ontslag is, heb je geen recht op een opzegvergoeding of -termijn, maar wel op werkloosheidsuitkeringen.

Medische overmacht kan sinds 2017 alleen nog na een formeel re-integratietraject in de volgende gevallen:

  • De arbeidsarts verklaart dat je definitief ongeschikt bent, maar wel aangepast of ander werk kunt doen (beslissing C). Je werkgever kan geen aangepast werk aanbieden en motiveert dit in een gemotiveerd verslag.
  • De arbeidsarts meent dat je definitief ongeschikt bent, maar wel aangepast of ander werk kunt doen (beslissing C). Je werkgever biedt aangepast werk aan via een re-integratieplan. Jij weigert dit plan.
  • De arbeidsarts is van mening dat je definitief ongeschikt bent en ook geen aangepast werk kunt doen (beslissing D).

Hoewel er (nog) geen sancties zijn als je niet meewerkt aan de re-integratie bij je werkgever, kan de mutualiteit je steeds sanctioneren. Ga dus steeds in op uitnodigingen en vragen van de adviserende arts van jouw mutualiteit. 

Wil jij je arbeidsovereenkomst niet laten eindigen door medische overmacht, ook niet in onderling overleg, dan kan je werkgever dat eenzijdig doen. In dat geval heb je wel recht op outplacementbegeleiding door een loopbaancentrum dat je begeleidt in je zoektocht naar een andere job. Zij houden rekening met jouw gezondheidssituatie. Het pakket moet dertig uren bedragen gedurende drie maanden en heeft een waarde van zo’n 1.800 euro.

Omscholen?

Soms is een andere functie of aangepast werk geen oplossing. In dat geval is beroepsherscholing aangewezen. Als je erg lang arbeidsongeschikt bent geweest, stellen ziekenfondsen soms een rehabilitatie- of heroriënteringstraject voor. Dan word je bijgeschoold of omgeschoold om iets anders te gaan doen. Samen met de adviserende arts van het ziekenfonds bekijk jij of dit iets voor jou is en kun je je aanmelden bij de werkwinkel van de VDAB. Daar krijg je een bemiddelaar toegewezen die samen met jou alle nodige informatie verzamelt. Als jij het trajectvoorstel aanvaardt, moet het RIZIV de opleiding nog goedkeuren. 

Tijdens die opleidingsperiode ben je beschermd, behoud je je uitkering en hoef je niet te betalen voor de opleiding. Bovendien ontvang je vanuit de ziekteverzekering een premie per effectief uur gevolgde opleiding of scholing, maar de premies zijn wel belastbaar. 

Neem contact op met je ziekenfonds als je hier meer informatie rond wenst.

Wie is wie?

  • De arbeidsarts doet aan preventiegeneeskunde. Hij of zij waakt over jouw welzijn op de werkvloer, zodat je niet blootgesteld wordt aan risico’s die jouw gezondheid kunnen schaden. Hij/zij kan samen met jou nagaan of je job is aangepast aan je ziekte en je gezondheidssituatie. Zijn/haar beslissing bepaalt of maatregelen nodig zijn. 
  • Een controlearts doet aan controlegeneeskunde. Hij/zij kan in opdracht van je werkgever nagaan of je arbeidsongeschikt bent voor de periode op het attest van je behandelende arts. Zijn/haar beslissing bepaalt of je gewaarborgd loon krijgt.
  • Dan is er de behandelende arts die aan curatieve of genezende geneeskunde doet en zich focust op jouw gezondheid, genezing en herstel. Dat kan een specialist of je huisarts zijn. 
  • Daarnaast is er de adviserende arts van je ziekenfonds. Die oordeelt of je nog arbeidsongeschikt bent volgens de ziekteverzekeringswet. Zijn/haar beslissing bepaalt of je recht hebt op ziekte-uitkeringen van het ziekenfonds. Deze dokter bepaalt ook of het ziekenfonds sommige behandelingen en medicijnen terugbetaalt. 
  • Elke arts is altijd gebonden aan het medisch beroepsgeheim. Dat betekent dat artsen moeten zwijgen over alles wat ze tijdens hun werk te weten komen over jou als patiënt. Zo kun jij erop vertrouwen dat alles wat je hun vertelt, vertrouwelijk blijft. Artsen mogen wel hun besluit meedelen aan de opdrachtgever (je werkgever, de verzekeringsmaatschappij …), maar nooit de diagnose of redenen van de beslissing.

Het Vlaams Patiëntenplatform heeft een brochure over al deze verschillende artsen en hun taken. Je vindt ze op vlaamspatientenplatform.be.

Vijf tips voor werkgevers en collega's

Borstkankervereniging Nederland ondervroeg 750 borstkankerpatiënten over hun ervaringen met terug aan het werk gaan. Daaruit kwamen vijf tips om je re-integratie te vergemakkelijken. Ook het project PRINK – Professionele Re-Integratie Na Kanker - van het Iridium Kankernetwerk verzamelde tips om het proces tot re-integratie makkelijker te maken. We vatten de belangrijkste samen.

1. Voorbereid op je terugkeer

Je collega’s kunnen wat achtergrondinfo verzamelen over wat het betekent om borstkanker te hebben. Je werkgever kan een arbeidsarts zoeken gespecialiseerd in re-integratie na kanker of desnoods een onafhankelijke coach inschakelen die jou kan bijstaan. Een goede begeleiding helpt bij een volledige terugkeer.

2. Een veilige en betrouwbare omgeving

Belangrijk is dat je je veilig en begrepen voelt. Je collega’s kunnen interesse en begrip tonen: een open gesprek aangaan over de ziekte en wat er is gebeurd, zonder angst voor het onderwerp ‘kanker’. Het is belangrijk dat jij de ruimte hebt voor een gedoseerde terugkeer, op je eigen tempo. Een belangrijke taak is weggelegd voor je werkgever. Die moet toch minstens een jaar voor zo veel mogelijk flexibiliteit op het werk zorgen, om elk moment de hoeveelheid of het soort werk te kunnen aanpassen. 

Ook voor jou als lotgenoot kan het goed zijn om contact te blijven houden met je werkgever en collega’s. Je collega’s kunnen dat vergemakkelijken door tijdens de behandeling al een keer thuis langs te komen, zodat de stap van beide kanten niet te groot wordt. Zo bieden ze je de kans betrokken te blijven bij het werk als je dat wilt. 

Je kunt een peter of meter inschakelen om je zelfvertrouwen terug op te bouwen en feedbackmomenten met het team inlassen.

In augustus mocht ik van de oncoloog beginnen te denken aan hoe ik het zou aanpakken om weer aan het werk te gaan vanaf december. Zelf maakte ik me al een tijdje zorgen over hoe dat moest: ik was verpleegkundige op een afdeling met deels verlamde patiënten. Zou al dat tillen wel haalbaar blijken voor mijn arm? Bij de directie vond ik niet meteen gehoor, dat zouden ze wel bekijken de dag voor ik terugkwam. Gelukkig heeft de hoofdverpleegkundige een andere afdeling voor me gevonden. Maar het zou goed zijn als een tussenpersoon dat soort dingen voor je zou regelen.

Trudi, 58
3. Een helder stappenplan

Je collega’s kunnen regelmatig nagaan hoe de re-integratie verloopt en contact houden zonder druk uit te oefenen. Je hebt geen nood aan werk onder je niveau, want dat is niet bevorderlijk voor je werkplezier, maar je kunt wel al delen van je eigen werk doen. Je collega’s kunnen mee in de gaten houden dat je niet over je grenzen gaat.

4. Borstkanker kan een grote, langdurige impact hebben

Het houdt niet op omdat de behandeling gedaan is. Je bent nog niet klaar wanneer je weer werkt. Misschien moet je nog jaren hormonen slikken, word je elke dag geconfronteerd met de littekens of met late gevolgen zoals vermoeidheid of concentratieproblemen. 

Het is dan ook belangrijk dat daar voldoende rekening mee wordt gehouden: denk aan het mogelijk maken van thuiswerk, rekening houden met je cognitieve belastbaarheid bij opdrachten of ervoor zorgen dat je een aangepast werkritme of een vaste parkeerplek dichtbij de bedrijfsingang krijgt.

5. Blijven communiceren

Een open en eerlijke sfeer waarin iedereen kan praten over zorgen of dingen die je moeilijk vindt aan de ziekte is cruciaal voor re-integratie. In dat gesprek moeten zowel persoonlijk als bedrijfsbelang een plek hebben. Gewoon kunnen praten met je collega’s is belangrijk. Vragen stellen hoeft niet constant, maar empathie is belangrijk.

Wat als het niet loopt zoals verwacht?

Dan onderneem je het best zo snel mogelijk actie. Als eerste stap kun je bij je leidinggevende, werkgever of arbeidsarts aankloppen. Samen kunnen jullie bekijken of er aanpassingen mogelijk zijn waardoor je wel aan het werk kunt blijven.

Door de ziekte en de neveneffecten van de behandelingen zijn vaak redelijke aanpassingen nodig op het werk. Aangepast meubilair voor je fysieke beperkingen of aangepast werk door je vermoeidheid bijvoorbeeld. Of flexibele werktijden, een rustige werkplek, meer thuiswerken. Bespreek dit met je werkgever. Het spijtige is dat je aanpassingen moeilijk kunt afdwingen. In extreme situaties kun je de onwil van je werkgever aanvechten, bijvoorbeeld bij een discriminerende situatie.

Ik ben bijna een jaar thuis geweest. Sinds een tijd ben ik opnieuw halftijds aan het werk. Hoe dat voelt? Langs de ene kant goed, maar het is een hele uitdaging. Tijdens mijn ziekteverlof was er een reorganisatie geweest. Daardoor bestaat mijn job eigenlijk niet meer en werk ik voor een nieuwe baas. Behoorlijk bevreemdend en niet gemakkelijk. Ik moet ook over de onnozelste dingen nadenken. Wat was nu weer het paswoord van mijn pc? Hoe heet die collega die me net groette? En hoe krijg ik nu weer koffie met melk en suiker uit de automaat? Nee, het is niet simpel …

José, 64
Kanker en ontslag

Wettelijk gezien mag je werkgever je niet ontslaan omdát je ziek bent. Kanker mag nooit de reden zijn voor ontslag, maar je werkgever mag je wel ontslaan terwijl je ziek bent. Niets verhindert werkgevers om de arbeidsovereenkomst eenzijdig te beëindigen, al mogen ze je niet discrimineren om je gezondheidstoestand, mag het ontslag niet kennelijk onredelijk zijn en mogen ze geen misbruik maken van het recht om je te ontslaan. Werkgevers hebben dus een goede reden nodig, net zoals bij collega’s die niet ziek zijn. Denk aan negatieve evaluatiegesprekken of de economische situatie van het bedrijf. 

Je werkgever is niet verplicht om spontaan je ontslag te motiveren. Je kunt de concrete motivering van jouw ontslag wel aanvragen. Dat moet gebeuren binnen de twee maanden na het ontslag en de werkgever moet dan ook binnen de twee maanden na jouw verzoek antwoorden. Weigert je werkgever het ontslag te motiveren, dan heb je recht op een vergoeding gelijk aan twee weken loon. Antwoordt je werkgever wel, maar blijkt dat het om een onredelijk ontslag gaat, dan heb je ook recht op een schadevergoeding; die bedraagt minimaal drie en maximaal zeventien weken loon. Het is de rechter die de precieze hoogte van het bedrag vastlegt. 

Na ontslag moet je werkgever jou een opzegtermijn laten presteren. Die begint en loopt niet zolang je arbeidsongeschikt bent. Dat kan wel tijdens progressieve werkhervatting. Kiest je werkgever ervoor om jou geen opzegtermijn te laten presteren, dan moet hij/zij je een opzegvergoeding uitbetalen. Het bedrag van de opzeggingsvergoeding komt overeen met het loon voor de duur van de (resterende) opzegtermijn. Moest jij normaal bijvoorbeeld vier weken opzeg - termijn presteren, dan krijg je ook een vergoeding gelijk aan vier weken loon. 

Word je definitief arbeidsongeschikt verklaard, dan spreken we van ‘medische overmacht’. Na een formeel re-integratietraject neemt de arbeidsarts die beslissing en adviseert hij/zij of aangepast werk kan. Je werkgever motiveert dan of hij/zij zo’n werk kan aanbieden. Medische overmacht is alleen mogelijk in bepaalde gevallen, waarna een einde komt aan de arbeidsovereenkomst zonder dat iemand een opzegvergoeding betaalt. Je hebt wel recht op werkloosheidsuitkeringen.

Vertrouwelijk of niet?

Wettelijk gezien ben je niet verplicht om je werkgever of collega’s te vertellen dat je kanker hebt. De arbeidsarts is gebonden aan het beroepsgeheim en kan of mag niets doorgeven aan je werkgever. Ook tijdens je ziekteverlof kun je een gesprek aanvragen bij de arbeidsarts. Een gesprek met je werkgever kan wel voor duidelijkheid zorgen over de vooruitzichten en mogelijkheden om weer aan het werk te gaan. Je vertelt wat jij kunt en wilt, maar ook wat je van je werkgever verwacht. Ook kun je uitleggen welke vorm van kanker je hebt en wat de gevolgen zijn. 

Werken tijdens kanker

In principe moet je al je activiteiten stopzetten om als arbeidsongeschikt erkend te worden en te blijven. Toch kan de adviserende arts van het zieken - fonds je de toestemming geven om een aangepaste activiteit te doen, bij je eigen werkgever of ergens anders. Je moet dus toestemming hebben, anders kan het een weerslag hebben op je ziekte- en invaliditeitsuitkering. 

Sinds april 2013 hoef je niet meer te wachten op toestemming van de adviserende arts om je werk te hervatten. Die toestemming kan ook achteraf, maar dan riskeer je wel dat je je ziekte-uitkering verliest. De nodige formulieren kun je krijgen bij het ziekenfonds. Ook voor vrijwilligerswerk heb je toestemming nodig. De adviserende arts gaat na of dat verenigbaar is met je gezondheidstoestand. Het werk mag ook geen schade berokkenen aan je werkgever

De wet-partyka

Nog niet zo lang geleden was een betaalbare lening of verzekering na kanker bijna onmogelijk. De premie van een schuldsaldoverzekering lag bijvoorbeeld soms wel tot acht keer hoger, of ex-kankerpatiënten werden gewoon geweigerd door verzekeringsmaatschappijen. Maar in januari 2015 is dat veranderd: toen trad de wet-Partyka in voege.

Als je merkt dat je verzekeraar je aanvraag weigert of je een te hoge bijpremie wil opleggen, kun je je tot het onafhankelijke Opvolgingsbureau richten. Dat onderzoekt de motivering voor die premie. Bij weigering roept het bureau het verzekeringsbedrijf ter verantwoording. De Compensatiekas springt bovendien bij als de medische bijpremie hoger is dan 125 procent van de basispremie (tot aan een plafond van 800 procent). De verschillende verzekeringsmaatschappijen financieren de kas en je verzekeraar regelt dit ook rechtstreeks met de Compensatiekas.

Veel mensen zijn hiervan niet op de hoogte. Verzekeraars lichten hun klanten nog te weinig in over deze mogelijkheden. Vraag er dus zeker naar.

Belangrijk is de motivatieplicht van de verzekeraar: die is ook van toepassing op de individuele levensverzekering, auto- of hospitalisatieverzekering. Dat is goed, maar verzekeraars zijn nog altijd niet verplicht om inzicht te geven in bedrijfseigen gegevens zoals acceptatieregels of tarieven.

Sinds februari 2020 geldt het recht om vergeten te worden, een wet die garantie biedt op een betaalbare schuldsaldoverzekering. Nadat je genezen bent verklaard, mag niet meer meespelen dat je ooit borstkanker had.

Bij vragen kun je terecht bij het Opvolgingsbureau. Dat bestaat uit vertegenwoordigers van patiëntenverenigingen, een consumentenvereniging (Test Aankoop) en uit de verzekeringsondernemingen. Aan het hoofd staat een onafhankelijke magistraat. Het bureau bereik je via 02 547 57 70 of opvolgingsbureau.be.

Kanker en solliciteren

Een voorgeschiedenis van kanker is geen reden om iemand niet aan te werven. Dat staat sinds een paar jaar ook letterlijk in de antidiscriminatiewet. Je bent niet verplicht om de werkgever tijdens een sollicitatieprocedure op de hoogte te brengen dat je kanker hebt gehad. Die informatie behoort tot je persoonlijke levenssfeer. De werkgever heeft alleen recht op die informatie wanneer een bepaalde vorm van kanker je geheel of gedeeltelijk ongeschikt maakt voor de functie waarvoor je solliciteert. 

Soms wordt als laatste stap in een aanwervingsproces een onderzoek bij de arbeidsarts georganiseerd. Dan kun je eventueel over je kanker en de gevolgen spreken. De arbeidsarts moet zich houden aan het beroepsgeheim, maar moet wel beoordelen of je geschikt bent voor de functie.

Uit een recent onderzoek van UGent@Work, KU Leuven en VUB in opdracht van Kom op tegen Kanker bleek wel dat voormalige kankerpatiënten met een werkonderbreking op hun cv wegens hun ziekte minder kans hebben om aangenomen te worden.

Voor het onderzoek beoordeelden 344 Vlaamse selectieverantwoordelijken 1.720 fictieve kandidaten. Daarnaast liep een gelijkaardig experiment met 400 internationale recruiters en 2.000 fictieve kandidaten, dat tot vergelijkbare bevindingen leidde. De onderzoekers lieten echte selectieverantwoordelijken evaluaties maken van fictieve jobkandidaten met een werkonderbreking op hun cv. De reden voor die onderbreking was ook bekend voor de recruiters. Het ‘gat’ op het cv had wel degelijk een negatief effect op de aanwervingskansen.

Wie geen werkonderbreking kende in het recente verleden, werd in het experiment vier procentpunten vaker uitgenodigd voor een jobgesprek. ‘Dat lijkt een klein getal, maar het effect van een kankerervaring op het cv was bijvoorbeeld groter dan een tien jaar oudere leeftijd of dan een engagement als vrijwilliger, waarvan eerder onderzoek concludeerde dat het een enorme troef is (sic) voor het cv’, vertelde onderzoeker Adelina Sharipova (UGent) in het tijdschrift Knack.

De recruiters vrezen vooral dat het ziekteverzuim hoger zal zijn bij ex-kankerpatiënten. Verder blijkt dat selectieverantwoordelijken vrezen dat mensen die kanker hebben gehad fysiek minder sterk zijn, meer ziek zullen zijn in de toekomst, extra aanpassingen zullen nodig hebben op de werkvloer en tot hogere kosten zullen leiden in vergelijking met een kandidaat zonder werkonderbreking. Tegelijk worden ze als gemotiveerder gezien en zouden ze een opportuniteit bieden om de werkcultuur te verbeteren.

Het kan voelen alsof je dan beter verzwijgt waarom je afwezig was, maar toch menen de onderzoekers dat ex-kankerpatiënten beter eerlijk kunnen zijn. ‘In vergelijking met andere kandidaten met een gat op het cv - wegens eerdere depressie, familiale reden of niet-toegelichte werkonderbrekingen - hebben gewezen kankerpatiënten betere aanwervingskansen. Ze worden onder andere beter ingeschat qua motivatie, autonomie, flexibiliteit als (sic) stressbestendigheid’, zo bleek uit het onderzoek.

Ik ben zelfstandige

Net zoals een werknemer, heb je als zelfstandige recht op een ziekte-uitkering als je arbeidsongeschikt bent. Je moet hiervoor een aangifte indienen bij je ziekenfonds. Je arbeidsongeschiktheid kan doorgaans pas starten vanaf de dag waarop je arts het specifieke getuigschrift daarvoor ondertekent. Daarnaast zal het ziekenfonds ook nakijken of je in orde bent met de sociale bijdragen van bepaalde kwartalen. Je ontvangt dan vanaf je eerste dag ziekte een uitkering.

De uitkering is een vast bedrag in functie van je gezinssituatie, maar is niet afhankelijk van je inkomen. Mits voorafgaande toestemming van je zieken - fonds, kun je de uitkering behouden als je na verloop van tijd geleidelijk opnieuw aan de slag wilt.

Werk je zelf niet meer en wordt je activiteit ook niet door iemand anders verdergezet in jouw naam? Dan kun je via jouw sociaal verzekeringsfonds vragen om vrijgesteld te worden van de sociale bijdragen. Je blijft op die manier volledig sociaal verzekerd – zo blijf je ook je pensioen opbouwen – zonder hiervoor sociale bijdragen te betalen.

Toch zijn een goede hospitalisatieverzekering en een polis voor gewaarborgd inkomen geen overbodige luxe. Op die manier zie je de kosten en het inkomensverlies die niet vergoed worden door de wettelijke ziekteverzekering toch gecompenseerd. Spaar je voor een Sociaal Vrij Aanvullend Pensioen, dan word je vaak extra ondersteund als je ziek wordt. Zo kan je verzekeraar je premies ten laste nemen en kun je soms een aanvullende vergoeding krijgen.

Informeer je als zelfstandige dus goed over de bestaande maatregelen als je ziek wordt.

Kanker kan arm maken

‘Zelfstandigen zijn te weinig verzekerd tegen inkomensverlies’, meldde Stichting tegen Kanker in 2015. Ze zijn zo weinig bezig met het risico op ziek worden dat ze niet verzekerd zijn wanneer het wel gebeurt. ‘Ze verdrinken in de administratie bij de opstart van hun zaak en verliezen daarbij hun persoonlijke bescherming soms uit het oog.’ Dat vertelden de onderzoekers in Knack. ‘Bovendien houden ze niet altijd rekening met toekomstige gezondheidsproblemen. Maar een op de drie mannen en een op de vier vrouwen krijgt kanker voor hun 75e. Om nog maar te zwijgen over nierproblemen of diabetes.’

Kanker kan arm maken, maar bij zelfstandigen kan die val nog veel groter zijn. Ze hebben vaak leningen lopen voor investeringen, waardoor het inkomensverlies dus zwaarder doorweegt. Als ze chemo krijgen, moeten ze het niet alleen met een lager inkomen stellen, ook de werking van hun zaak komt in het gedrang. Klanten moeten immers ergens hun gading vinden. Vaak moet je als ondernemer na ziekte een heel nieuw netwerk opbouwen.

Uit de tientallen gesprekken die de stichting voerde, bleek dat zelfstandigen daardoor langer blijven doorwerken en het werk sneller hervatten, terwijl een werknemer na een kankertherapie vaak stapsgewijs weer aan het werk kan.

Op basis hiervan heeft de Stichting tegen Kanker besloten om samen met het RIZIV en de VUB verder onderzoek te voeren naar de noden van zelfstandigen met kanker. Op definitieve conclusies is het nog wachten, maar de stichting hoopt dat het onderzoek uitmondt in een reeks aanbevelingen voor de overheid, die de situatie van zelfstandigen kunnen verbeteren op vlak van sociaal statuut, werkhervatting na ziekte en algemene levenskwaliteit.