08/01/2020

De dag dat mijn leven echt begon...

Ik ben Kim Bosmans, geboren in 1975. Ik heb twee zonen Dylan en Dean (21 en 20 jaar) en een dochter Marie (12 jaar). Ik ben al 24 jaar gelukkig met de liefde van mijn leven, Geert.

Leven op zijn kop

Op 18 juni 2018 werd het leven van mijn gezin en mij helemaal op zijn kop gezet. Ik kreeg de diagnose borstkanker (zeer hormoongevoelig) met uitzaaiingen in bot en lever. Ik voelde me verloren … Voor mij was dit het einde. Ik vroeg zelfs onmiddellijk om euthanasie zodat mijn kinderen en mijn man snel afscheid zouden kunnen nemen en zouden kunnen verdergaan met hun leven. Maar de borstverpleegkundige zette me direct met mijn twee voeten op de grond. Dit was nu niet aan de orde! En de onzin die ik toen uitgekraamd heb, hou ik liever voor mezelf. Maar na een nachtje slapen - want slapen kan ik altijd - en een zeer pijnlijke leverpunctie die ik eerst ook niet wou ondergaan, riep ik mezelf tot de orde en besloot ik om ervoor te gaan.

Eerste behandeling

Op 29 juni 2018 was het zover, mijn eerste behandeling. Mijn eierstokken werden stilgelegd. Ik kreeg een botversterker, hormoonpillen en een soort ‘chemopil’. Die laatste moest ik 3 weken nemen en daarna volgde telkens een stopweek. Mijn man vergezelde mij naar het ziekenhuis. Hij is er altijd bij. Bij het binnenstappen van de dagkliniek overviel mij een gevoel dat ik nooit eerder had gevoeld: ik was echt doodsbang. Ik wist totaal niet hoe ik zou reageren op de behandeling en of de behandeling zou aanslaan. Wat stond er mij te wachten?

Stress en onzekerheid

Die eerste periode was heel erg zwaar. In het begin moest ik 3 keer per maand naar het ziekenhuis; steeds weer die stress en onzekerheid. Ik voelde mijn leven stilvallen en zag iedereen rondom mij genieten. Het voelde alsof iedereen me was vergeten. Maar in oktober 2018 gebeurde er iets met mij en ik voelde me sterker dan ooit tevoren. Mijn eerste scan, na drie maanden, was dan ook goed en mijn tumormarkers waren serieus gedaald. De behandeling sloeg aan!

Ik nam mijn leven weer op met vallen en opstaan en dit met hulp van mijn gezinnetje en familie, mijn beste vriendin, mijn huisarts, mijn oncoloog, de borstverpleegkundige en een aantal goede collega’s - voor mij zijn het vrienden - die me vanaf het begin lieten voelen dat ik altijd bij hen terechtkon.

Toeval bestaat niet

Het is misschien vreemd om te zeggen, maar kanker gaf me zoveel moois en ik ben veel gelukkiger dan voor mijn diagnose. Ik geloof dat ik niet zomaar ziek geworden ben. Toeval bestaat niet en alles heeft een reden.

In de voorbije periode leerde ik een paar fantastische mensen kennen. Linda, Betty en Greet zitten voor altijd in mijn hart! Alle drie betekenen ze heel veel voor mij. Linda, een lotgenote en nu mijn maatje; Betty, vrijwilligster van het jaar 2019, mijn steun en toeverlaat van het eerste uur en Greet, de verpleegkundige (nu veel meer dan dat) die me onmiddellijk aanvoelde, me geruststelde en mijn eerste behandeling toediende. Mensen die ik anders nooit zou hebben leren kennen, de zogenaamde ‘eenhoorns’ van de wereld.

Energie

Ondertussen zijn we 20 cyclussen verder en ik voel me goed. Ik heb bijna alle bijwerkingen mogen ondervinden. Ze komen en gaan, maar ik probeer me er niet op te focussen. De huidige bijwerking, een hele lastige, zijn de zeer pijnlijke stramme spieren en gewrichten. Ik voel me heel dikwijls een vrouwtje van 80 jaar. Ik probeer niet te klagen en mijn behandeling niet te gebruiken als excuus om niet te gaan sporten, maar soms lukt het gewoon niet. Uitleggen dat je echt wel moe bent na een werkdag of pijn hebt, wordt duidelijk niet altijd aanvaard. Mensen begrijpen echt niet dat een goede gezondheid je kostbaarste bezit is. Ook ik niet, totdat ik ziek werd … Nu weet ik wel beter.

Ik merk dat ik erg ben veranderd. Ik kan geen energie meer investeren in drama. Dat laat ik liever aan mij voorbijgaan. Ik wil positief vooruitgaan en mijn (beperkte) energie niet meer verspillen aan afspraakjes of activiteiten die me geen energie geven. Ik wil ook alleen nog eerlijke vriendschappen.

Wake-upcall

Het feit dat ik kan blijven werken geeft me ook kracht. Ik ben mijn werkgever dan ook enorm dankbaar. Ik ben in november 2018 van het OCMW naar de gemeente verhuisd en het zijn daar allemaal schatjes … Er is niemand die me als zieke behandelt; ik kan altijd bij iedereen terecht als ik een mindere dag heb. Iedereen moedigt me aan en leeft met me mee maar op een niet-opdringerige manier. Ze respecteren de grenzen die ik aangeef. Mijn werk is mijn medicijn en zonder zou ik me pas echt ziek voelen.

Nu ga ik van mijn vakantie genieten, van de feestdagen en van mijn gezinnetje. Want op 17 januari 2020 heb ik opnieuw een scan. Ik probeer er niet al te veel mee bezig te zijn, want anders word ik overvallen door paniek. Ja, elke scan ben ik doodsbang … Van het ene moment op het andere kan je wereld er helemaal anders uitzien. Ik hou van het leven en ik wil nog lang genieten! Voor mij was de diagnose een nieuw begin, een wake-upcall; want ik moet bekennen dat ik de laatste jaren echt niet goed bezig was! 18 juni 2018 … De dag dat mijn leven echt begon.

Kim Bosman