16/04/2021

Borstkanker: mijn muur, mijn berg

Op 14 september 2020 kreeg ik een uitnodiging voor het Bevolkingsonderzoek Borstkanker.  Op de voorgestelde datum ging ik voor mijn afspraak naar het AZ Delta in Rumbeke. Een aantal routinefoto's en ik mocht me terug aankleden. Toen ik de ruimte wou verlaten, vroeg de verpleegster of borstkanker in de familie zat. ‘Een standaardvraag’, zei ze. Maar daar had ik mijn twijfels bij.

In de week daarna ging het steeds slechter tussen mijn man en mij. Er werd met verwijten gegooid. Aangezien ik er volledig doorzat, besloot ik om raad te vragen over mijn thuissituatie bij mijn huisarts. Daar kreeg ik te horen dat er iets ontdekt was op de borstfoto’s en dat een bijkomend onderzoek nodig was. Ze wilden een biopsie doen.

Ik maakte direct een afspraak en kon op 29 september al langsgaan, net op mijn verjaardag. Mijn man wou niet mee. Ik moest het maar zelf uitzoeken. Hij zei: ‘Als het kanker is, dan heb je dat verdiend. Je zou beter tussen zes planken liggen.’ Een doodskist bedoelde hij. Die opmerking was voor mij de druppel.

Het is geen griep, hé

Op donderdagmorgen om 10 uur kreeg ik hét telefoontje: een kwaadaardige tumor in mijn rechterborst. Mijn huisarts startte direct het traject op. Ik werd diezelfde dag nog bij de oncoloog verwacht. Die was eerder samengekomen met het MOC (Multidisciplinair Oncologisch Consult).

Ik ben samen met mijn dochter naar de afspraak gegaan. Mijn man weigerde opnieuw om mee te gaan: ‘Wat moet ik daar gaan doen? En daarbij, ik hou niet van ziekenhuizen.’ Ik antwoordde dat het niet zomaar om een griepje ging. Maar dat drong precies niet tot hem door. In het ziekenhuis vertelde de oncoloog me dat ik wel een kwaadaardige borstkanker had, maar dat die nog niet was uitgezaaid.

Ik stond er alleen voor

Op 13 oktober om 7 uur zou de borstsparende operatie plaatsvinden. Dagen spendeerde ik helemaal alleen in het ziekenhuis voor verschillende onderzoeken. Ik zag mensen in een gelijkaardige situatie mét hun partner. Dat deed zoveel pijn. Ik besefte toen dat ik er alleen door moest, hoe hard het ook zou zijn. Toen heb ik een muur om mezelf gebouwd. 

Geen respect

Het weekend na de diagnose is de situatie met mijn man uit de hand gelopen. Ik ben volledig gecrasht en moest worden opgenomen in het ziekenhuis. De psycholoog kwam bij mij en ik deed mijn hele verhaal. Mijn man heeft een ongeval gehad en is sindsdien rolstoelpatiënt. Ik neem alle verzorging op mij en heb hierdoor amper vrije tijd. Hij vindt dit normaal. Het voelt alsof hij enkel zichzelf, zijn hond, zijn vrienden en het voetbal graag ziet. Respect voor alles wat ik doe, toont hij niet.

Mijn man drinkt erg veel en jaagt me soms de stuipen op het lijf. Op die momenten ben ik echt bang voor hem. Ik geloof dat hij een narcist is. Tijdens mijn behandeling ging hij heel ver in zijn getreiter. Hij nam bijvoorbeeld volledige gesprekken tussen ons op met zijn gsm. De opnames liet hij daarna spelen voor zijn vrienden. Ik weet tot op vandaag nog steeds niet wat hem bezielde.

Alleen een berg beklimmen

De dag van de operatie heeft mijn buurvrouw mij naar het ziekenhuis gevoerd, want hij wou me niet brengen en ik heb zelf geen rijbewijs. Na de operatie geen sms of telefoon om te vragen hoe het met mij ging. Dit is dan liefde, zeker? Toen ik uit het ziekenhuis ontslagen werd, ben ik te voet naar huis gegaan.

Terwijl ik in het ziekenhuis lag, had mijn man zijn vrienden uitgenodigd. Mijn huis was een stal. Ik was net geopereerd en mocht direct beginnen met poetsen. Mijn man lag nog in zijn bed en deed zelfs geen moeite om te vragen hoe de operatie was verlopen. Ik heb toen ook besloten het niet te zeggen. Ik zou deze berg alleen beklimmen, helemaal tot aan de top. 

Steun in de borstkliniek

Iedere dag ging het beter, maar nooit vroeg hij hoe ik me voelde. Het hoefde ook niet meer. Ik zonderde me volledig af en ging door. De bestralingen startten op 23 oktober. 21 sessies zouden volgen. In de borstkliniek werd ik heel goed ontvangen. Ze hebben daar echt een topverpleging en mensen met het hart op de juiste plaats.

Niet één keer heeft mijn man mij naar de borstkliniek gebracht. Ik ging telkens met de fiets door weer en wind. Hoe moeilijk het soms ook was, ik heb geen enkele afspraak gemist. Het gaf me de kracht om terug recht te komen, sterker dan ooit.

Op de goede weg

In de laatste week van mijn bestraling ben ik terug beginnen te werken. Ik vond het super om weg van huis te zijn en bij mensen te komen die het wel goed met mij menen. Thuis werd er nooit gevraagd hoe het met me ging. Als ik daar nu over begin, kijkt mijn man weg en praat hij vlug over iets totaal anders. Hij toont geen interesse. Ik weet nu: als je kanker hebt, kun je dat ook alleen overwinnen.

Ik heb veel geweend en gedacht dat het misschien beter zou zijn als ik er niet meer was. Maar een mens is veel sterker dan je denkt. Je moet natuurlijk ook wíllen. Ik focus me nu enkel op de overwinning die ik alleen heb behaald. Volgens de dokter ben ik op de goede weg.

Mijn roze wolk

Ik heb me afgesloten van de mensen die vals tegen me waren en heb alles achter me gelaten. Ik trek me op aan wie het goed met me voor heeft. Ik weet nu wie mijn dierbaren zijn en kan ze op twee handen tellen.

Ik weet nu ook wat liefde is. Mijn advies: denk eerst goed na over wat jij zelf wil en wat niet. Zet dit op papier en sluit een deal met jezelf. Hou rekening met jezelf en je wensen en cijfer je nooit weg voor anderen. Zij doen dit ook niet voor jou.

Ik weet zeker dat ik hier slimmer en gezonder uit kom. Ik geloof niet in sprookjes, maar ooit komt de dag waarop ik zal zeggen: ‘Ik zit op een roze wolk.’ Via het ziekenhuis heb ik me kandidaat gesteld om een luisterend oor te zijn voor mensen die bang zijn en het moeilijk hebben met het hele kankerverhaal. Ik wil ze helpen door te vertellen hoe ik het heb aangepakt. Het geeft me heel veel voldoening dat ik die mensen de steun kan bieden die ik zelf niet had. 

Word lid van onze besloten Facebookgroep voor lotgenoten