15/03/2021

Borstkanker heb je nooit alleen

Een telefoontje om bij te slikken

Februari 2020 … Een plots telefoontje van mijn vijftien jaar jongere zus boezemt me angst in. ‘Ik moet eventjes mijn borst laten checken, maar het zal niets ergs zijn, hoor. De dokter zegt dat het waarschijnlijk een kliertje is.’ Onmiddellijk heb ik een slecht voorgevoel, maar dat mag ik niet laten merken aan mijn zus, gezin en ouders. 

Een week van bang afwachten gaat voorbij tot die ene bewuste avond … Mijn voorgevoel komt uit. Een kwaadaardige tumor in de borst van mijn kleine zus. Al jaren probeer ik mijn kleine zus te beschermen. Ik vind dat mijn taak als grote zus. We zijn tenslotte maar met ons tweeën. 

Nu is het alsof ik heb gefaald. Waarom is dit vreselijke monster bij mijn 32-jarige zus binnengedrongen? Waarom kon ik haar er niet tegen beschermen? Heb ik bepaalde signalen gemist? Verschillende gevoelens gieren door mijn lijf: verdriet, ongeloof, angst en boosheid. 

Op automatische piloot

Na een woelige nacht ontwaakt de dag. Ik moet verder. Vanaf nu leef ik op automatische piloot. Ik vertrek naar school waar 20 enthousiaste kleuters op mij staan te wachten. Ik probeer mijn best te doen zodat de kleuters niet zien dat hun juf vandaag niet zo enthousiast is. In de loop van de dag ga ik bij mijn zus haar klas langs. 

Heel dapper wou ze het nieuws zelf aan haar leerlingen vertellen. Samen zal dat nog beter lukken, was mijn idee. Hartverscheurend is het: aan 12-jarige jongens en meisjes vertellen dat hun juf ernstig ziek is. Verdrietige leerlingen troosten, zo eerlijk mogelijk proberen antwoorden op keiharde vragen en daarna terug naar mijn enthousiaste kleuters. 

Het harde nieuws vertellen

Bij thuiskomst die avond staat me nog eens een aartsmoeilijke taak te wachten: het harde nieuws aan mijn drie kinderen vertellen. Troosten, knuffelen, praten en luisteren. Meer kan ik niet doen. Veel ruimte of tijd om na te denken over hoe je alles gaat aanpakken, is er niet. Daarin heb je ook geen keuze. Vanaf nu zegt de medische wereld hoe je leven eruit zal zien. Gelukkig is mijn automatische piloot er. 

Het nieuws begint zich geleidelijk aan te verspreiden. Berichtjes stromen binnen en overspoelen mijn telefoon. Iedereen wil op de hoogte zijn van deze grote ramp. Zo voelt het aan bij mij wanneer ik al die ramptoeristen hoor. De tijd verstrijkt en velen zie of hoor ik nauwelijks meer. De echte vrienden blijven en, geloof me, die zijn zeer zeldzaam. Vrienden die naar mijn verhaal luisteren zonder hun verhaal erbij te betrekken. Vrienden die mij troosten, opbeuren, begrijpen … Vrienden die er na een jaar nog steeds zijn. 

Dan zijn er ook nog mijn allerliefste ouders die ik moet opvangen. Te horen krijgen dat je kind kanker heeft. Wat kan er nu erger zijn als mama of papa? Papa vlucht in het buitenleven in de tuin en in zijn moestuin. Mama is een gebroken vrouw die haar tranen laat vloeien. Opnieuw moet ik troosten, knuffelen, praten en luisteren. 

Mijn voorgevoel heeft het opnieuw bij het rechte eind

De krokusvakantie staat voor de deur en de kleine Juliette komt op vakantie, want haar mama moet naar het ziekenhuis om ‘het boze bolletje’ uit haar borst te laten halen. Na de operatie is het wachten op de uitslag. Chemo of niet als nabehandeling? Mijn voorgevoel zegt chemo.

Opnieuw heeft mijn voorgevoel het bij het rechte eind. Je zou er bang van worden. Mijn zus en ik zitten bij de oncologe en het enige wat ze kan vragen is: ‘Zal ik mijn haren verliezen?’ Tranen vloeien over haar wangen en ze lijkt helemaal weg van deze wereld, weg van de harde realiteit. Ik moet dus heel goed luisteren naar alle medische uitleg zodat ik mijn zus, haar partner, onze ouders en mijn gezin achteraf juist kan informeren. Tijd om zelf te huilen en te piekeren is er niet. We moeten verder. We hebben geen andere keus.

Borstkanker in tijden van corona

En dan is er ook nog eens die verdomde corona. Eens goed knuffelen zit er niet meer in, want we moeten extra voorzichtig zijn voor mijn zusje. Bij de start van de chemo mag ik niet mee om haar te begeleiden. Samen met kleine Juliette brengen we mijn zus naar het ziekenhuis. We kunnen enkel eens wuiven … Keihard! De dagen na de chemo probeer ik haar zo goed mogelijk op te vangen. 

Nooit krijg ik het gevoel dat dit alles te veel voor me wordt. Dat komt door de immense dankbaarheid die ik van mijn lieve zus en haar gezin krijg. We bouwen een muurtje rond onze bubbel en beleven elk moment heel intens. Hoe ziek mijn zus ook is, we genieten van het samenzijn. Het brengt ons nog dichter bij elkaar. Mijn liefdevolle gezin past zich ook zonder enige aarzeling aan. Pubers die zich volledig ten dienste stellen van hun familie, verdienen hier zeker ook een eervolle vermelding. 

De kleine Juliette

Wat een geluk dat mijn metekindje Juliette er is. Dankzij haar kan ik mijn gedachten verzetten. Ze brengt me aan het lachen in deze moeilijke periode. Ik maak een aftelkalender voor haar. Elke keer wanneer haar mama om een ‘toverdrankje’ – chemo – gaat, kleeft ze een boos bolletje. Mijn automatische piloot gaat elke dag verder. De zomervakantie is bijna voorbij en ik koop een mooie schooltas voor Juliette. Op 1 september mag ze bij mij naar school. 

Een nieuw schooljaar

De voorbereidingen op school zijn gestart, maar alles voelt zo raar zonder mijn zus. Er worden plannen gemaakt voor het nieuwe schooljaar en dat wil ik niet. Ik wil geen nieuwe plannen, blije gezichtjes, lachende collega’s en kinderen ... Ik kan het niet verdragen. 'Mijn zusje is wel ziek, hé! Hallo?! Is iedereen dit vergeten?' Natuurlijk zijn ze haar niet vergeten en natuurlijk denken heel veel warme mensen aan haar. Maar ik voel dat nu eventjes niet. 

‘Hebben jullie er wel eens bij stilgestaan hoe de afgelopen maanden voor mij waren? Weten jullie wel hoe ik me elke dag voel? Altijd anderen troosten, knuffelen, begrijpen, luisteren … En ik dan?’ De start van het nieuwe schooljaar ligt me zwaar. Gelukkig start kleine Juliette bij mij op school. Zo heb ik mijn zus toch een klein beetje bij me.

Hoopvol uitkijken

Intussen is de chemo voorbij. Mijn zus gaat nu dagelijks om ‘straaltjes’. Dat woord gebruiken we om aan Juliette uit te leggen dat haar mama 33 bestralingen krijgt. We kijken hoopvol uit naar de toekomst. Wat ik vooral heb geleerd tijdens deze periode: je bent zoveel sterker dan je denkt. Er zijn dan ook niet veel keuzes. Je kunt natuurlijk bij de pakken blijven zitten en jezelf ziek maken, maar zo zit ik niet in elkaar. Ik ben een vechter en een optimist. Ik zeg niet dat het eenvoudig is. Zeker niet. 

Gelukkig kon ik rekenen op mijn automatische piloot. De dankbaarheid van mijn zusje en haar gezin gaven mij elke dag de kracht om verder te gaan. Uit deze harde periode heb ik geleerd om blij te zijn met elkaar en de dagdagelijkse sleur, zoals we het wel eens verwoorden in normale omstandigheden. Maar ik ben vooral dankbaar. Dankbaar voor mijn kleine zusje.

Lees hier het verhaal van Ellen, de zus van Petra