22/01/2021

MIJN VRIEND, een avontuur van lange duur

Mijn onverwachtse en spannende belevenis begon op 19 februari 2017 en ik had geen idee hoe dit alles mijn leven zou veranderen. Doodmoe en overwerkt liep ik die grijze zondag op mijn werkplek tegen de deurpost van de kantine. Een hevige pijnscheut volgde en ik wreef vloekend over de pijnlijke plek in de hoop het zeer te verminderen. Bij het wrijven voelde ik een pingpongbal in mijn rechterborst en dacht: dat is een fors hematoom! Nog steeds vloekend schoot een levensveranderende gedachte door me heen: neen ... ja … neen … ja!

Snel riep ik de hulp in van een collega die mijn ergste nachtmerrie bevestigde. “Er zit een dikke knobbel in je borst”, zei ze onthutst. Hoe ik de volgende uren ben doorgekomen, is volledig uit mijn geheugen verdwenen. Het enige wat ik me herinner, is hoe goed ik sliep die nacht. Zo bizar …

Op maandag kon ik onmiddellijk bij mijn gynaecoloog terecht. Hij was uiterst bezorgd en liet me enkele testen ondergaan. Die vrijdag kreeg ik zijn telefoontje: “Kom zondagmorgen naar mij toe. Ik heb geen goed nieuws, maar ga je alles uitleggen tot ik ervan overtuigd ben dat je alles begrijpt.” En zo geschiedde.

De beste maanden van mijn volwassen leven

Nu ga ik iets vreemds schrijven. De maanden die daarop volgden waren de beste van mijn volwassen leven. Er werd voor mij gezorgd, iedereen was oprecht vriendelijk en mensen die ik al lang kende doken plots weer op en boden spontaan hun hulp aan. “Het is hoog tijd dat je hulp leert aanvaarden”, opperde mijn chemobuddy. “En je zult ook hulp moeten leren vragen, hoe moeilijk dat dat voor jou ook is, want ik weet dat jij gewoonlijk alles alleen doet.” De krijger op oorlogspad in mij maakte zich klaar voor zijn eerste avontuur.    

Het begon met chemo’s. Ik was er zeker van dat ik mijn haren zou verliezen, dus ik gaf een ‘oei-ik-heb-kanker-feestje’ en liet mijn haar afscheren.  Een emotionele avond, maar we hebben gelachen, gedronken, geschoren en … gezongen. Ze hadden in het geheim een persoonlijk liedje voor mij gemaakt en iedereen zong mee! Eén ding stond vast, mijn twee dochters wisten dat zij er niet alleen voor stonden en dat was een mooi geschenk. 

Het werden uiteindelijk zestien chemo’s in plaats van acht omdat de kanker onvoldoende reageerde. Het kon mijn strijdvaardigheid niet temperen. Voordat ik onder het mes moest, genoot ik van de vrijheid, de zon en alles rond mij heen. Vol moed zag ik mijn tweede avontuur tegemoet. De operatie verliep vlot. Niettegenstaande de pijn en de confrontatie met mijn verminking, voelde ik mij sterker dan ooit. Samen met mijn kinesist werkten we hard om alles zo goed mogelijk te doorstaan.  

Langzaamaan daalde een donkere, grijze sluier op me neer

Met het derde avontuur, de maand van de radiotherapie, had ik het onbegrijpelijk moeilijker dan met de chemo. Het einde was echter in zicht en ik haalde daar alle mogelijke kracht uit. Je weet pas dat alles goed is als er iets minder prettigs gebeurt, en dat gebeurde ook. Neen, mijn kanker was ik de baas, maar tijdens de vele onderzoeken ontdekten ze dat er een tumor in mijn rechternier zat. Die moest eruit.  

Meer avonturen dan ik verwachtte. Na een jaar ging ik terug onder het mes. De professor, anesthesist en chirurg waarschuwden me op voorhand: “Om een deel van je nier te behouden, moet je een zware operatie en anesthesie ondergaan. Het ergste is dat je héél veel pijn zal lijden, ondanks alle pijnmedicatie die we je zullen geven.” De drie daaropvolgende maanden waren een ware hel. Het was toen dat de frustratie opdook!  

De pijnen in mijn borst, arm en schouder die we met veel werken hadden ingedamd, sloegen los en waren een tijdlang niet meer te temmen. Het onbehagen in mij groeide, woede kwam erbij en alles moest een uitweg vinden. De krijsende gil die opsteeg, raakte niet verder dan mijn keel. Stilte volgde. Brandende tranen solidair met de gil bleven zitten achter mijn ogen, prikten hard, maar raakten niet voorbij de barrière. Langzaamaan daalde een donkere, grijze sluier op me neer. Begrijpen wat die pijn met mij deed was voor iedereen moeilijk. Zelfs mijn oncoloog en de andere dokters zagen alleen de perfecte resultaten op papier.

Waar verlang ik nu echt naar?

De tijd ging vlug en ik dacht lang na over de vraag: waar verlang ik nu echt naar na dit alles en hoe moet ik het aanpakken? Wat wou ik? Energie, dacht ik. Ik vroeg me af of ik met meer energie ook meer pijn zou ervaren. Ik kon bij niemand terecht met mijn pijnklachten. Geen pijn lijden zat er dus niet in. Mij volstoppen met medicatie zag ik ook niet zitten. Ik fantaseerde over welke deuren het hebben van meer energie voor mij zou openen. Hoewel ik dat nog niet zag zitten, dacht ik er uiteraard aan om terug te gaan werken. Maar de stress en er voor de 100 % moeten staan, die druk is enorm en ik wist dat ik niet zou kunnen voldoen aan de eisen die men stelt. De onverwachtse pijnaanvallen en ‘kankermoeheid’ maakten het niet gemakkelijker. Zou meer energie mij de wilskracht geven om mijn manuscript en mijn online cursus ‘Schrijven’ af te maken? Zou ik een idee voor een tweede boek kunnen uitwerken of eindelijk aan mijn fotoboeken over Nieuw-Zeeland en Zuid-Afrika kunnen beginnen?

Waar is die krijger in mij naartoe?

Om nieuwe avonturen te beleven, heb ik daadkracht nodig, maar gaat het genoeg zijn om uit mijn steeds kleinere comfortzone te raken? En welke avonturen?  De grote liefde zoeken? Wil ik dat wel? Natuurlijk zou het fantastisch zijn om na meer dan zeventien jaar iemand te leren kennen die mij graag ziet zoals ik ben. Alleen is die comfortzone te klein voor twee. En hoe kan iemand van mij houden als ik dat zelf niet kan? Ha, mijn energie zou ik dus gebruiken om van mezelf te houden, om mezelf te genezen en om mezelf te blijven! Maar wie ben ik? Hoe ben ik echt? En wil ik zijn wie ik ben met een verwoeste fysiek en constante pijnen? Waar is die krijger in mij naartoe? Want hoe ik me nu zie, dat is niets om fier op te zijn. Ik sta aan de rand van een hol in de grond. Het lijkt me aantrekkelijk erin te kruipen, me op te rollen en me te laten wegvoeren in een eeuwige slaap. Alleen kun je dit geen avontuur noemen, hè krijger!

Waarom is het zo moeilijk? Is het de onbegrijpelijke pijn? Is het omdat ik geen alternatief zie of aandurf? En van durf gesproken: waarom heb ik zoveel last van uitstelgedrag?  Waarom durf ik de waarheid (over mezelf) niet onder ogen te zien? Ik WIL dat er IETS gebeurt, met mij als HELD in de hoofdrol!

Ik ben niet alleen!

En toen ... las ik een artikel van Think Pink. Ze zochten (en zoeken nog steeds) naar mensen met chronische pijnen na borstkanker. Een nieuw avontuur begon. Naar aanleiding van mijn deelname aan deze studie over chronische pijnen, schreef ik spontaan een tekst omdat ik mij zo blij voelde niet alleen te zijn.

MIJN VRIEND

Ik heb een vriend, hoewel ik hem niet echt een vriend wil noemen, 
maar hij is altijd trouw op post.
Zeurend, stekend, rauw en regelmatig verwaand en aanvallend.
Beschaamd verstop ik hem in een hoek, achter een paravent.
Uit het oog, uit het hart, denk ik.
Mijn vriend is een volhouder en wijst mij er keer op keer op 
hoe onvermoeid hij aanwezig is.
Een jaar lang probeerde ik ermee te leven, een hopeloze zaak. 
Zagen en klagen doe ik als het me te veel wordt.
‘Ja, ja, het is erg’, luidt het zachte antwoord dan.  
Of erger, hun suggestie dat ik hem moet vergeten ... en of ik dat niet wil! 
Na drie jaar luistert niemand meer. 
Het voelt als een doodslag, want hij komt nog steeds, 
op onverwachtse momenten, sluipend tevoorschijn uit zijn hoek.  
Met wat geluk nestelt hij zich dan op zijn lievelingsplaats onder mijn arm, 
en regelmatig overdondert hij me zodanig dat ik hem niet kan ontwijken. 
Mijn kreet ontsnapt en ik word verbaasd aangekeken.
Is er eindelijk een oplossing in zicht?
Gaan we, met vereende krachten, een oplossing vinden 
zodat hij mij en alle anderen verlaat?
Ondertussen zal ik mijn vriend moeten koesteren, 
in de hoop dat hij mij gunstig gezind blijft. 

Franki F. A. Claessens

Lees meer over het gratis pijneducatieprogramma waar Françoise het over heeft in haar getuigenis